Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen indringers, zoals virussen, schimmels en bacteriën. Hieraan werken veel organen en cellen mee, zoals de milt, de lymfeklieren en de witte bloedcellen. Als er een orgaan of cel ontbreekt of niet goed werkt, heeft iemand een afweerstoornis.  Veel mensen met een afweerstoornis hebben regelmatig infecties. Meestal zijn die moeilijk te genezen. Dit komt omdat het afweersysteem bacteriën en schimmels niet goed bestrijdt. De behandeling van een afweerstoornis hangt af van de oorzaak. Tegen sommige afweerstoornissen helpen medicijnen. Bij andere kan de arts alleen maar medicijnen geven tegen de infecties. De afweerstoornis gaat er dus niet van over. Een andere naam voor het afweersysteem is het immuunsysteem. Andere namen voor afweerstoornissen zijn immuunstoornissen of immuundeficiënties.

Hoe ontstaan afweerstoornissen?

Soms zijn afweerstoornissen bij de geboorte al aanwezig (aangeboren), soms ontstaan ze pas op latere leeftijd (verworven). 

 

Aangeboren afweerstoornissen

Een aangeboren afweerstoornis is vaak al op jonge leeftijd duidelijk. De meeste aangeboren afweerstoornissen zijn erfelijk. Er zijn ook aangeboren afweerstoornissen die komen doordat er tijdens de zwangerschap iets mis ging. De moeder had bijvoorbeeld een infectie of kwam in contact met schadelijke stoffen.

 

Verworven afweerstoornissen

Van verworven afweerstoornissen merkt u pas iets op latere leeftijd. Ze komen veel vaker voor dan aangeboren afweerstoornissen.

Oorzaken van verworven afweerstoornissen zijn:

• een ziekte
• een infectie
• medicijnen die het afweersysteem onderdrukken
• behandelingen die het afweersysteem onderdrukken
• een operatie of verwonding
• normale veroudering;
• onveilige seks
• een operatie die iemand vroeger heeft gehad
• contact met een giftige stof