Natuurlijke immuniteit

Zolang er antistof in het bloed aanwezig is, beschikt je lichaam doorgaans over een goede afweer tegen de ziekteverwekkers. Bovendien onthouden de witte bloedcellen als het ware hoe deze antistof moet worden gemaakt. Word je dan later nog eens met dezelfde ziekteverwekkers besmet, kan de antistof vrijwel onmiddellijk worden gemaakt. Je bloed kan dan in korte tijd veel antistoffen bevatten, zodat je niet ziek wordt. We zeggen dat je immuun bent geworden voor deze ziekte. Veel kinderen krijgen in hun kleutertijd waterpokken. Ze worden dan ziek en maken antistof tegen ziekteverwekkers. Hierdoor krijgen ze een blijvende immuniteit tegen waterpokken. Omdat deze kinderen de ziekte zelf hebben ondergaan, noemen we dit natuurlijke immuniteit. 

 

Kunstmatige immuniteit

Immuniteit kan ook kunstmatig worden opgewekt. Dit gebeurd als je wordt ingeënt tegen ziekten, bijvoorbeeld tegen mazelen. De inenting wordt ook wel vaccinatie genoemd. Bij vaccinatie spuit met een vaccin in. Een vaccin bevat een dode of verzwakte ziekteverwekker. Bepaalde witte bloedcellen maken antistoffen tegen de antigenen van de ziekteverwekkers. Doordat de ziekteverwekker verzwakt of gedood is, voel je je hoogstens korte tijd een klein beetje ziek. Als je later wordt geïnfecteerd door deze ziekteverwekkers, kunnen de witte bloedcellen vrijwel onmiddellijk antistof maken. Je bent immuun geworden en wordt niet ziek. Immuniteit door vaccinatie noemen we kunstmatige immuniteit. Omdat de immuniteit ontstaat doordat de ingeënte persoon zelf de antistof maakt, spreken we van actieve immunisatie. Immunisatie is het Immuunsysteem weerbaar maken tegen infectieziekten.

 

 https://youtu.be/z5Wt5M91BVs