De huid

De huid beschermt het lichaam tegen invloeden van buiten zoals beschadigingen, infecties en ultraviolette straling. De huid gaat ook waterverlies door verdamping tegen, waardoor uitdroging word voorkomen. De huid bestaat uit twee delen, de opperhuid en de lederhuid.

De opperhuid

De opperhuid is het buitenste laagje van je huid. Deze laag bestaat voornamelijk uit zogenaamde hoorncellen. Deze cellen worden constant vernieuwd en verwijderd. De nieuwe cellen ontstaan onderaan de laag (kiemlaag)  en duwen zo de oudere cellen naar boven. De oudste cellen liggen bovenaan en zijn al dood. Toch zijn deze cellen nog wel belangrijk. De zogenaamde celskeletten van deze laag zorgen er namelijk voor dat je huid moeilijk doordringbaar is voor stoffen en bateriën van buitenaf. Ook zorgt deze laag ervoor dat je huid niet zomaar uitdroogt. De buitenste laag zal uiteindelijk verschilferen en verdwijnen, maar dan staat de volgende laag al weer klaar om de taken over te nemen. 

In de onderste laag van de opperhuid bevinden zich ook de zogenaamde melanocyten. Deze pigmentcellen maken pigmentkorrels. Uiteindelijk komt het pigment bovenop de hoorncellen te liggen waardoor kwetsbaar materiaal in je cellen beschermd is tegen zonlicht. 

Lederhuid      

Onder de opperhuid ligt de lederhuid. Deze laag bestaat uit een stevige constructie van bindweefsel. In de lederhuid liggen bloedvaten, haarspiertjes, zweetklieren en zweetkanaaltjes, zintuigen en uitlopers van zenuwcellen. Er liggen warme-, koude-, druk-, en tastzintuigen. De tastzintuigen liggen in tastknopjes. De tastknopjes liggen vlak onder de kiemlaag. Pijn wordt waargenomen met uiteinden van bepaalde zenuwen. De uiteinden van deze zenuwen heten pijnpunten. De pijnpunten komen overal in je lichaam voor bahalve, in de hoornlaag. Pijnpunten komen wel voor in de kiemlaag. Ook de bloedvaten bevinden zich in de lederhuid. Zij spelen een belangrijke rol in de temperatuurregeling van het lichaam.

 

Onderhuids bindweefsel 

Onder de huid ligt het onderhuidse bindweefsel. In het onderhuidse bindweefsel ligt vet opgeslagen in vetcellen. Vetcellen hebben een grote vacuole waarin het vet is opgeslagen. Het vet dient als reservevoedsel. Het vet vormt ook een isolerende laag, waardoor warmteverlies wordt tegen gegaan.