Bescherming tegen infecties

Je lichaam is in de meeste gevallen goed beschermd tegen het binnendringen van ziekteverwekkers. De opperhuid is zo gebouwd dat ziekteverwekkers er niet gemakkelijk doorheen kunnen. Het laagje talg op de huid gaat aantasting van de opperhuid door ziekteverwekkers tegen. Ook het slijmvlies in de wand van de luchtwegen en van het darmkanaal is zo gebouwd dat ziekteverwekkers er niet goed door heen kunnen. Ook hebben we maagsap in ons lichaam dat onder andere veel zoutzuur bevat, waardoor bacteriën worden gedood. Soms krijgen ziekteverwekkers het toch voorelkaar om het lichaam binnen te dringen. De ziekteverwekkers kunnen verschillende giftige stoffen afgeven die je ziek maken. Je lichaam gaat dit op verschillende manieren tegen. Je lichaamstemperatuur kan gaan stijgen. We noemen dit koorts. Door hoge lichaamstemperatuur bij koorts wordt de ontwikkeling van ziekteverwekkers tegengegaan. Je kunt met medicijnen eventueel je lichaam tijdelijk versterken.

Ook heb je witte bloedcellen in je bloed die bacteriën en andere ziekteverwekkers onschadelijk maken door ze als het ware in te sluiten. Er zijn ook witte bloedcellen die antistoffen aanmaken. Als je een infectie hebt opgelopen, duurt het een tijdje voordat de witte bloedcellen voldoende antistoffen tegen de ziekteverwekker hebben aangemaakt. Daardoor wordt je bij een infectie eerst vaak ziek. Als er veel antistoffen aan worden gemaakt, word je weer beter.