Functies van de lever
Vorming van gal
Gal word tijdelijk opgeslagen in de galblaas. Via de galbuis word het gal naar de twaalfvingerige darm gevoerd. Gal emulgeert vetten.
afbraak van rode bloedcellen
In de lever worden rode bloedcellen afgebroken. Door de afbraak van de rode bloedcellen ontstaan er afbraakproducten zoals, galkleurstoffen. Galkleurstoffen verlaten het lichaam via de endeldarm (ze geven de ontlasting een bruine kleur) Bij de afbraak van rode bloedcellen komt er ijzer uit hemoglobine vrij. Het ijzer kan dan door het rode beenmerg weer omgezet worden in rode bloedcellen.
Opslagfunctie
Behalve ijzer kunnen ook andere mineralen zoals, kalium en sommige vitamines kunnen in de lever worden opgeslagen. Als het lichaam weer noodzaak heeft aan vitamines geeft de lever het weer af aan het bloed.
Vetstofwisseling
In de dunne darm vindt de vertering van vetten plaats. Hierbij ontstaan vetzuren. Deze vetzuren worden via het bloed naar de lever getransporteerd. De lever verandert de vetzuren van structuur. Zogenaamde verzadigde vetten verandert de lever in onverzadigde vetten. Deze zijn beter bruikbaar voor de stofwisseling. Onverzadigde vetten kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden als brandstof, of omgezet worden in lichaamsvet.
Koolhydraatstofwisseling
Bij de vertering van voedsel komen suikers zoals glucose vrij. Deze suikers worden via het bloed naar de lever getransporteerd. De lever slaat suiker, dat we niet direct nodig hebben, op in de levercellen als glycogeen (zetmeel). Een gezonde lever bevat altijd veel glycogeen. Wanneer we behoefte hebben aan extra suikers, zet de lever glycogeen weer om in glucose. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens inspanning en sporten. Glucose wordt vervolgens afgegeven aan het bloed, wat energie levert om te bewegen. Op die manier speelt de lever een belangrijke rol bij het constant houden van de bloedsuikerspiegel.
Ontgifting
Ten slotte is de lever belangrijk bij de ontgifting van het bloed. De gifstoffen bijv: Alcohol, drugs en medicijnen haalt de lever uit het bloed en maakt het onwerkzaam. De onwerkzaam gemaakte gifstoffen worden weer aan het bloed afgegeven. En worden door de nieren uitgescheiden.